dinsdag 23 februari 2016

Bewegingslandschap met niveauverschillen

In de turnlessen wordt er een onderscheid gemaakt tussen jongere kleuters en oudere kleuters. Voor ieder niveau worden de opdrachten in de bewegingslessen aangepast. Zo haal ik enkele voorbeelden aan in een bewegingslandschap waardoor het verschil duidelijk wordt.

* De hoepels *
de jongste kleuters = zoals de kikker springen van de ene hoepel naar de andere 
de oudste kleuters = op één been springen / over de hoepel springen 






* Op de mat *
de jongste kleuters = zijdelings rollen 
de oudste kleuters =voorwaartse koprol met de hulp van de juf indien nodig





* lopen *
de jongste kleuter = voorwaarts stappen en lopen
de oudste kleuters = achteruit stappen en zijdelings stappen 


* evenwicht op de balk *
de jongste kleuters = voorwaarts  stappen op de brede balk of met gespreide benen over een geïmproviseerde balk stappen
de oudste kleuters = achteruit stappen op de brede balk  of  voorwaarts stappen op de smalle balk 









* hindernissen*
de jongste kleuters = ze komen een hindernis tegen en proberen deze te overwinnen
de oudere kleuters = moeilijkere hindernissen of een hindernis die ze tegenkomen tijdens een beweging



 





* de blokjes *
de jongste kleuters = stappen over de blokjes / van de blokjes afspringen
de oudere kleuters = stappen van het ene blokje naar het andere blokje zonder hun evenwicht te verliezen / over gestapelde blokjes springen 








 Tot de volgende keer !




















Geen opmerkingen:

Een reactie posten